Ooit begonnen als baanwielrenner; tegenwoordig Paralympisch- en meervoudig wereldkampioen bij het para-wielrennen. Een week voordat Patrick Bos zelf meedoet aan het WK para-baanwielrennen in Parijs vertelt hij over zijn carrière switch.
Een week na het interview begint het WK Para-baanwielrennen. Samen met Tristan Bangma doet hij mee aan de 4 kilometer achtervolging en de sprint op de tandem. Bos rijdt voorop de tandem, hij is de piloot. Bangma, de atleet met een visuele beperking, rijdt achterop. De atleet die achter op de tandem zit wordt de stoker genoemd. Maandag vertrekt het tandem duo in een busje naar Parijs.
Ik ben piloot
Lachend beantwoordt Patrick Bos de eerste vraag of hij zich zal voorstellen als piloot. “Nee, ik zal dat zelf zo niet zeggen. Als ik dat zou zeggen denken mensen dat ik echt een Boeing of F16 kan besturen. Ik ben piloot op de tandem.”
Tot stand komen
Bos is begonnen als baanwielrenner. Daar heeft hij ook verschillende zilveren en bronzen medailles behaald op het Nederlands Kampioenschap. In 2010 werd hij gevraagd door paracycling bondscoach Eelke van der Wal of hij het een keer wilde proberen. “Toen heb ik het jaar erna voor het eerst kennisgemaakt met het tandem wielrennen. Het beviel goed; In maart kon ik zelfs al meteen meedoen aan het Wereldkampioenschap. Samen met Rinne Oost behaalde we met een hele korte voorbereiding een bronzen medaille op de sprint. Sindsdien ben ik er niet meer mee gestopt. Het blijft heel leuk om te doen en ik haal er veel voldoening uit.”
Piloot op de tandem worden werd definitief, een switch daarentegen niet. Nog steeds rijdt Bos ook nog individuele wedstrijden. Het was wel een switch in prioriteit. “Para-baanwielrennen heeft nog steeds de eerste prioriteit. Heel veel wedstrijden op de tandem zijn er niet. Mocht het passen in de planning, dan doe ik nog steeds mee aan individuele wedstrijden.”
De combinatie van de tandem en de normale fiets werkt volgens Bos hartstikke goed. Zo heeft hij na de overstap nog zes medailles behaald tijdens het Nederlands kampioen baanwielrennen; vier bronzen en twee zilveren. Bij para-cycling heeft hij naast nationale medailles ook een hoop internationale medailles. “Als baanwielrenner acteerde ik zelf niet op het niveau als waar ik dat nu doe met para-cycling. Wereldkampioen was ik nooit geworden. Nu ben ik zelfs meervoudig Wereldkampioen.
Wennen
Heel lang wennen aan de tandem hoefde Bos niet. Binnen drie maanden had hij als zijn eerste medaille op het Wereldkampioenschap. Wennen valt volgens Bos erg mee. Al komt het gevoel van wennen nog regelmatig terug als hij na trainingen op de tandem weer op zijn normale racefiets stapt. “Dat geeft een heel raar gevoel. Het voelt dan alsof je iets mist. Al is dat gevoel na een paar kilometer wel weer weg en inmiddels ben ik eraan gewend.” Hetzelfde geldt voor het wennen aan partners. “Dat ligt ook echt aan de persoon. Bij de meeste goede tandemwielrenners fiets je erg makkelijk weg.” Bos is op dat gebied een ervaringsdeskundige. Volgens zijn eigen telling heeft hij met meer dan dertig verschillende partners gefietst. Alleen heeft hij niet met iedereen aan wedstrijden deelgenomen.
“Achterop de tandem rijden vind ik doodeng”
Qua langdurige samenwerking met een partner waarmee hij ook de wereld heeft rondgereisd voor wedstrijden is zijn huidige partner de vierde. “Je moet een klik op de fiets en een klik naast de fiets hebben. Dat zit bij Tristan en mij wel goed.” Een goede klik is erg handig. Een duo zit samen op de fiets, trainen dus veel samen en zijn soms een aantal weken samen in het buitenland. “Dan helpt het wel als je met elkaar kan lachen.”
Waar Bos normaal als piloot voorop zit heeft hij ook weleens geprobeerd een rondje te fietsen achter op de fiets. “Dat vind ik echt doodeng, niks voor mij. Ik kon natuurlijk niet bij mezelf achterop. Tijdens het fietsen dacht ik echt: wow, poeh, dit hoeft voor mij niet. Dat doe ik niet graag hoor. Des te meer respect voor de jongens die wel achterop durven te fietsen.”
Paralympische spelen
Inmiddels heeft Bos al drie keer deelgenomen aan de Paralympische Spelen. “Dat is heel erg tof om mee te maken. Dat zijn de gave ervaringen in je leven om mee te maken. Vooral de eerste twee Spelen waar ik bij was, in London en Rio de Janeiro, had je echt het gevoel van de Olympische Spelen. De Olympische sfeer en verblijven in het Olympische dorp waar je met alle andere atleten bent.” Vorig jaar in Tokyo waren er vanwege het coronavirus vooral veel maatregelen. “Hopelijk is het in Parijs weer als vanouds. Je bent er natuurlijk om te sporten, maar dat gevoel van de Spelen is echt supergaaf.” Alle drie de kleuren van medailles heeft hij inmiddels gewonnen. In 2012, 2016 en 2021 behaalde hij brons. Vorig jaar in Tokyo werden Bangma en Bos Paralympisch Kampioen en kon hij een gouden medaille aan zijn verzameling toevoegen.
Wereldkampioenschap
Over twee jaar hopen ze in Parijs de titel te prolongeren. Op de baan waar dan gereden wordt, rijden ze dit WK ook. Zaterdag 22 oktober start het WK voor het duo Bangma/Bos met de 4 kilometer achtervolging. Het onderdeel waar ze wereldrecordhouder zijn en Paralympisch Kampioen werden.
Hij heeft er erg veel zin in, al zijn de verwachtingen dit jaar iets lager. “We hebben een erg goed wegseizoen gehad. Alleen normaal is het WK in maart. Dus dan is eerst het seizoen van het baanwielrennen en daarna gaat het over naar het wegwielrennen. Nu is dat andersom, maar hadden we nu wegwedstrijden in plaats van trainingen op de baan. Dus de voorbereidingen waren wat minder, maar we gaan gewoon proberen om wereldkampioen te worden.”