Begonnen als hockeyer, tegenwoordig fysiotherapeut en lange tijd deel uitgemaakt van de nationale selectie bij atletiek. Tegenwoordig is Olaf van den Bergh langeafstand triatleet en is hij net terug van het WK IRONMAN in Hawai. “Mijn droom was om op de 400 meter sprint de Olympische Spelen te halen.”
IRONMAN is een volledige triatlon. Eerst 3.8 kilometer zwemmen, vervolgens 180 kilometer wielrennen en als afsluiter nog 42.2 kilometer hardlopen.
Een dag voor het interview is Olaf van den Bergh (29) geland in Nederland. Hij heeft een lange reis achter de rug. Dinsdag vertrok hij al vanaf Hawai, donderdag kwam hij aan in Nederland en een dag later probeert hij, ondanks de jetlag, het Nederlandse ritme weer op te pakken. Een interview om 10:00 uur en een hardloop- en fietsrondje in de middag helpen hem met het oppakken van het ritme. 6 oktober ging hij op Hawai van start. Tijdens het WK nam hij deel aan de beloftendivisie.
Het WK is ieder jaar op Hawai, omdat de IRONMAN daar is ontstaan. Op het eiland waren er voor 1978 drie losstaande evenementen. Een zwemwedstrijd van 3.8 kilometer, een wielrenwedstrijd van 180 kilometer en een marathon, die de gebruikelijke marathonafstand geeft van 42.2 kilometer. Het verhaal gaat dat een groep wielrenners, zwemmers en hardlopers bij elkaar zaten op Hawai en dat er toen een discussie ontstond wie de fitste sporter is. Door die drie verschillende evenementen te combineren, konden ze zien wie het fitste was. Zo zou de IRONMAN ontstaan zijn en daarom wordt het WK altijd daar gehouden. Voor Van den Bergh was het zijn eerste WK deelname. “Het was echt een onvergetelijke ervaring. Ondanks de voor mij moeizame race vanwege de warmte en de op de heenvlucht opgelopen corona, was het heel vet om mee te maken. Het circus eromheen op het eiland was ook fantastisch om mee te maken. Het hele eiland stond in het teken van het wereldkampioenschap.”
Tot 2018 was Van den Bergh 400 meter loper. Tegenwoordig loopt hij niet meer één rondje op de atletiekbaan, maar doet hij dat 105,5 keer. Plus nog 3.8 kilometer zwemmen en 180 kilometer fietsen. Een overstap tussen twee totaal verschillende disciplines. “Het is inderdaad een hele bijzondere transitie. Als sprinter loop je op een training niet langer dan 1200 meter. Dat is zeker niet het geval als langeafstand triatleet. Ik train nu op een andere manier. De eerste paar keren dat ik duurlopen deed van zo’n 10 tot 15 kilometer had ik erg veel last van mijn kuiten door al die klappen die je lichaam opvangt tijdens het hardlopen. Voor deze switch moet je je leven helemaal omgooien.”
Van den Bergh die zelf uit een basketbalfamilie komt is begonnen als hockeyer. Na een jaar atletiek en hockey te combineren, koos hij op zijn zestiende definitief voor atletiek. De voormalig sprinter mocht ook al snel meetrainen met de nationale selectie. De afstand waar hij zich op specialiseerde was de 400 meter. In 2011 stond Van den Bergh aan de start voor de 400 meter sprint bij de Jeugd Olympische Spelen in het Turkse Trabzon. Daar werd hij vijfde. Op diezelfde afstand was hij tot 2018 vaak actief bij nationale toernooien en kampioenschappen.
Waar hij in de jeugd nog aansluiting had met de Europese top, lukte dat bij de senioren niet. Daarom besloot hij te stoppen met topsport en zich te richten op zijn maatschappelijke carrière als fysiotherapeut.
Sprinter, hockeyer en tegenwoordig langeafstand triatleet. Wat was zo’n vijftien a twintig jaar geleden jouw topsportdroom?
“Bij hockey heb ik nooit echt het idee gehad om tophockeyer te worden, al speelde ik wel altijd in de hoogste selectie elftallen van mijn club. Met mijn team zaten we ook dicht tegen het landelijke niveau aan. Ik ben heel erg competitief ingesteld, ik wil altijd winnen. Ik keek zelf ook altijd heel veel sport op televisie en vooral de Olympische Spelen vond ik super vet om naar te kijken. Die droom om dat te behalen kwam pas toen ik atletiek ging doen.”
Hoe ben je bij IRONMAN terecht gekomen?
“Dat komt door een YouTube filmpje van een IRONMAN-wedstrijd. Ik zag in dat filmpje mensen helemaal kapotgaan en soms zelfs bijna kruipend over de finish komen. Dat vond ik gaaf en ik wilde dat graag een keertje gedaan hebben, voordat ik echt fulltime zou gaan werken.”
In het jaar dat Van den Bergh besloot te stoppen met topsport wilde hij de IRONMAN afvinken op zijn bucketlist. Al in hetzelfde jaar dat hij stopte met sprinten, begon hij met trainen om één keer de IRONMAN te voltooien. Toen liep hij voor het eerst een marathon, al stond dat niet helemaal op de planning. Hij was in Berlijn als toeschouwer tijdens de marathon. Een dag voor de wedstrijd wist hij toch nog een startnummer te bemachtigen. Normaal gesproken lopen hardlopers die een marathon gaan lopen in de voorbereiding wel een paar keer langer dan 30 kilometer. Met 15 kilometer als langst gelopen afstand liep hij voor het eerst de marathon. “Daardoor wist ik niet goed wat me te wachten stond en dat was misschien wel mijn geluk. Zo ga je er heel erg onbesuisd en onbezonnen in. Doordat je met lage verwachtingen ergens aan begint, zorgt ervoor dat je loopt met weinig druk.” Zijn eerste IRONMAN was ook in Duitsland, in Hamburg. “Dat was echt fantastisch. De sfeer die er heerste was geweldig, vanuit het publiek, maar ook het deelnemersveld. Van de wedstrijden op de atletiekbaan ben ik gewend dat er een competitieve sfeer heerst. Je bent constant naar elkaar aan het kijken van: ik ga jou pakken, ik ga jou verslaan. Bij een IRONMAN steunt iedereen elkaar juist omdat iedereen weet hoe zwaar het gaat worden. Er is geen strijd tegen elkaar, behalve tegen jezelf. Dat zorgt voor een leuke en gezellige sfeer naast het feit dat heel de stad op zijn kop stond. Na de eerste IRONMAN ging ik me toch afvragen of ik met een betere voorbereiding niet nog veel harder kan. Daarnaast vond ik de eerste keer zo’n onvergetelijke ervaring.” Voor Van den Bergh smaakte het naar meer en verdween het plan van een eenmalige IRONMAN. “Het begon als een bucketlistdingetje en het werd uit de hand gelopen hobby.
De winnaar van het WK IRONMAN bij de profs deed er 7 uur en 40 minuten over. Van den Bergh deed er 9 uur en 54 minuten over. Een IRONMAN doe je niet zo maar even.
Als voormalig sprinter, heb je nooit overwogen voor een korte discipline zoals de Olympische triatlon afstand of alleen de marathon?
“Ik heb daar wel eens over na gedacht.” De reden dat hij daar niet voor kiest heeft vooral met zijn competitiviteit en ambitie om de top te halen te maken. “Ik denk dat ik het niveau van de Nederlandse marathon niet kan halen. Ik denk dat mijn lichaam niet gebouwd is om zo hard te lopen op de marathon. Ik ben daar gewoon te zwaar voor en heb nog te veel spiermassa. Voor de korte triatlon denk ik dat ik het niveau van de top niet haal op het zwemmen. Omdat de afstand veel korter is, is het moeilijk om mijn zwemachterstand te compenseren met het fietsen en het hardlopen.” Volgens Van den Bergh is de Nederlandse top in de lange triatlon discipline erg smal. “De Nederlandse top halen is wel echt mijn drijfveer. Ik denk dat ik mij als langeafstand triatleet sneller daarin kan nestelen dan in de andere onderdelen.”
Van den Bergh gaat van switch naar switch naar switch. Er komt nog een switch aan. Tijdens het WK deed hij nog mee in de beloftencategorie, maar nu wil hij de switch maken naar de professionals. Deze winter begint hij met zijn project: ‘closing the gap’. Waarin hij zichzelf een jaar lang de kans wil geven het gat naar de internationale top te dichten. Hij gaat dan stoppen met zijn werk als fysiotherapeut en met behulp van sponsors zal hij zich volledig richten op de IRONMAN. “Ik ben nu al aan het kijken wat het gat is tussen mijn niveau en de internationale top. Duursport draait echt om heel veel trainen. De kracht en explosiviteit die je nodig hebt bij triatlon die heb ik nog wel, maar het duurvermogen vergt nog een hoop training. Om die kloof te dichten, denk ik dat het nodig is om nog veel meer trainingsuren te maken.”
Van den Bergh kan heel makkelijk vergelijken met de internationale top. Op de sportapp Strava, sociale media app voor sporters, zijn er een aantal atleten die al hun trainingen uploaden. Zo kan iedereen zien hoeveel trainingsuren zij maken en wat voor soort trainingen er worden uitgevoerd. “Dat is inderdaad best bijzonder, maar ook wel typerend voor de triatlon sport. Dat competitieve is daar gewoon iets minder. Momenteel heb ik ook al mijn activiteiten op die app staan en is dat voor iedereen zichtbaar. Mocht ik echt de top bereiken, weet ik niet of ik dat nog steeds zou doen. Dan zou ik denk ik niet alles tonen.” Voor nu kan Van den Bergh, dankzij die app, heel goed vergelijken met de top.
Inmiddels heeft Van den Bergh een hoop switches gemaakt. Spijt heeft hij nooit gehad. “Bij alle keuzes die je maakt in sport en ook in het leven moet plezier en passie voorop blijven staan. Alle switches die ik gemaakt, waren het hele bewuste keuzes. Mijn drijfveer is met alles geweest, dat ik het nieuwe leuker ga vinden dan dat ik deed; zo zal ik er altijd in blijven staan. Mocht ik de triatlon op een gegeven moment zat zijn en bijvoorbeeld het marathonlopen een stuk leuker vinden. Dan kies ik daar weer voor. Een hele andere switch is ook mogelijk. Als ik biljarten opeens fantastisch vind, kies ik daarvoor. Plezier en passie vind ik hele belangrijke drijfveren.”