Bachelor-student technische bestuurskunde en basisspeler bij HC Kampong, de koploper van de hoofdklasse van het hockey. Silas Lageman (21) combineert deze twee topsporten al vier jaar.
Aan de universiteit studeren kost een gemiddeld persoon veertig uur per week. Een echte full-time bezigheid dus. Je zou denken dat er dan weinig tijd overblijft om daarnaast een topsportcarrière te hebben. Lageman is daarin echter niet de enige tophockeyer: “Binnen Kampong doet iedereen er wel wat naast. Dat is vooral omdat je niet de rest van je leven kan blijven hockeyen of jezelf financieel onafhankelijk kan spelen. We verdienen geen voetbalbedragen namelijk. Dus iedereen weet heel goed dat er nog een maatschappelijke carrière daarna is.”
Opstartproblemen
Lageman zegt dat hij een rommelige start kende. Toen hij begon met studeren en op zichzelf ging wonen, bracht dat nieuwe vrijheden met zich mee: “Je krijgt op 17-jarige leeftijd opeens alle vrijheid en ik had veel afleidingen. Je kunt uitgaan wanneer je wil, gezellige dingen doen, je hebt geen aanwezigheidsplicht meer zoals op de middelbare school. Het is heel erg wat je er zelf van maakt”. Lageman heeft toen niet zo heel veel studiepunten behaald, maar stelt er geen spijt van te hebben: “Je moet het dan ook allemaal nog een beetje ontdekken en lekker vrij zijn.”
Zijn transfer naar Kampong, die gelijk viel met de aanvang van zijn studie, had ook invloed op zijn resultaten: “In het begin bij Kampong, als nieuweling en jonkie in het team, was het heel zwaar om aan te haken. Na elke training was ik gewoon kapot. Het laatste waar ik zin in had als ik daarvan thuiskwam, was mijn boeken openslaan.”
Om door te mogen stromen naar het tweede studiejaar moet je op de TU in Delft minimaal 45 studiepunten halen in je eerste jaar. Dit was Lageman niet gelukt, gelukkig had hij als topsporter een vangnet: “Ik heb een topsportstatus op de uni, waardoor ik in mijn eerste jaar mijn BSA niet hoefde te halen. Buiten dat moet ik zeggen dat die status niet veel inhoudt. Als je bijvoorbeeld bij een tentamen niet aanwezig kan zijn, krijg je daar geen extra herkansingen voor. En als je bij colleges niet aanwezig kan zijn, maken ze geen uitzondering voor ons, door ze bijvoorbeeld op te nemen. Dat soort dingen zijn wel erg jammer, omdat dat nog meer studievertraging oplevert.”
Dingen vallen op hun plaats
Na een tijdje heeft Lageman zijn draai gevonden: “Het gaat nu redelijk goed, ik haal mijn punten. Momenteel doe ik een minor en waarschijnlijk ben ik volgend jaar de eerste twee periodes nog bezig. Dan hoop ik mijn bachelor afgerond te hebben. Daarna ga ik een master doen, maar eerst even mijn bachelor afronden en dan zien we wel”. Ook bij de club loopt het gesmeerd: “Ik heb een basisplaats veroverd en we staan bovenaan. Zoals ik al zei had ik even de tijd nodig om te wennen aan het niveau en de intensiteit. Nu zit dat goed en dat zie ik ook gelijk terug in mijn studieresultaten”. Sinds juni dit jaar is Lageman ook international, nadat hij zijn debuut maakte voor Oranje tegen Argentinië: “Dat was echt een prachtige ervaring en smaakt zeker naar meer”.
De combinatie van topsport en studeren is dus naar verloop van tijd verbeterd. Waarvoor Lageman offers moest brengen: “Natuurlijk heb je daar dingen voor opgeofferd. Kijk, je hebt een bepaalde verantwoordelijkheid met je team waardoor je niks kan afzeggen. Ik woon in een huis met een paar huisgenoten en als zij spontaan iets gaan doen, moet ik dat vaak laten schieten. Ik heb vier tot zeven trainingsmomenten in de week waar ik altijd aanwezig moet zijn en zondagen wedstrijd. Dus dat is het enige wat je dan mist”.
Lageman zegt dat die offers het uiteindelijk dubbel en dwars waard zijn, in de vorm van sportief succes en teamgevoel: “Je krijgt er veel voor terug. Met Oranje maak ik ook echt gave trips. Afgelopen jaar hebben we in de winter het WK onder 21 in India gehad, dat zijn echt vette ervaringen die ik nooit ga vergeten. De combinatie met studie is dan niet te doen, in die periode studeerde ik weinig en heb ik minder vakken kunnen doen dan normaal. Maar dat hoort er bij in de topsport en de ervaring maakt dat het het echt waard is”.
Hockey niet het belangrijkste in het leven
De instelling om alles te laten voor hockey heeft Lageman echter nooit gehad: “Ik vind het heel leuk wat ik doe en ben dankbaar dat ik topsport kan bedrijven. Maar ik wil er niet de hele dag mee bezig hoeven zijn. Ik ben al vier jaar lid bij de kroeg in Utrecht (USC, studentenvereniging). Dus in die zin heb ik echt wel leuke dingen mee kunnen pakken”. En naast het sociale leven hecht hij ook veel belang aan zijn studie: “Ik vind het heel belangrijk om naast het hockey nog iets te hebben. Ik vind het een superleuk spelletje, maar weet ook dat er nog iets daarna komt. Ik gaat er uiteindelijk mijn brood niet in verdienen. Het coachingsvak, dat is niks voor mij.”
“Op dit moment wil ik hockey ook na mijn studie blijven combineren met mijn werk. Het gaat voor mijn gevoel nu heel goed”, zegt Lageman in een vooruitblik op zijn toekomst. “Daarnaast wil ik vast in Oranje gaan spelen en kijken hoe ver ik daarin kan komen. Ik vind ik het leuk om al die dingen naast elkaar te doen, zodat je uit allerlei verschillende wereldjes wat meekrijgt. Het is fijn om uit een bepaalde bubbel te kunnen stappen en met wat anders bezig te zijn. En dat ga ik zo blijven doen, zolang ik het leuk vind.”
Bron foto: Instagram/silaslageman