Na een lange zomer beginnen eind september de eerste trainingskampen voor de professionele wintersporters. Met Niek van der Velden, Olympisch freestyle snowboarder, blik ik terug op zijn zomer.
De Nederlandse Ski Vereniging (NSkiV) telt twintig professionele wintersporters. Vier daarvan beoefenen het freestyle snowboarden, waaronder de nummer 6 bij de discipline Big Air op de Olympische Winterspelen van 2022: Niek van der Velden (22). Hij zit intern op Papendal, het TeamNL centrum, waar de beste talenten en topsporters in fulltime topsportprogramma´s trainen. In de winter zijn de wintersporters over het algemeen op trainingskamp in de Alpen of in de Noord-Amerikaanse sneeuw te vinden. Maar hoe traint een wintersporter in de zomer?
Wat voor trainingen kan je doen op Papendal?
“Ik ben op mijn vijftiende verhuisd naar Papendal, waar ik op het terrein woon en fulltime train. Dus ook in de zomer. Over het algemeen heb ik twee trainingen per dag. Op maandag en woensdag kracht en conditie, op dinsdag sta ik vaak op de trampoline en op donderdag gaan we snowboarden en pakken we een alternatieve sport op. Bij de krachttraining ligt de focus op de benen. Die zijn het belangrijkst bij het maken van sprongen en natuurlijk om de landing op te vangen. Wel heb ik besloten dit jaar een stapje weg te nemen bij Papendal op het gebied van krachttraining. Na zeven jaar raakte ik er te gewend aan en was ik opzoek naar een nieuwe prikkel. Tot nu toe voelt die nieuwe aanpak goed aan.”
Trainen op de trampoline wat moet ik me daarbij voorstellen?
“We gebruiken de trampoline om snowboardtrucjes na te bootsen en te oefenen. Dit kan met een speciale bounceboard of zonder board. Het is niet dat ik er nieuwe trucjes op leer. Maar ik vind het waardevol omdat je leert hoe je lichaam beweegt in de lucht en hoe je bepaalde rotaties moet plaatsen.”
En die alternatieve sporten?
“Daarbij moet je denken aan alle andere sporten met een board. Dit doen we om het boardgevoel te houden, wat je dan uiteindelijk kan vertalen naar je snowboard. Maar we pakken soms ook compleet andere sporten op, dat is wel geinig. Padel bijvoorbeeld. Hierdoor leer je je lichaam beter kennen op een ander gebied. Je leert te bewegen in een positie waar je niet aan gewend bent en daardoor verbeter je je overall bewegingsvrijheid. Dat kan net het kleine beetje zijn om een bepaald trucje wel te landen.”
Je zei 1 á 2 keer per week op een snowboard te staan, waar doe je dit?
“Vroeger altijd in de skihal in Rucphen, tegenwoordig vooral in Landgraaf en Genk. In Rucphen ga ik niet meer de meters maken die mij de gouden plak gaan opleveren maar je kunt er wel je niveau en boardgevoel onderhouden. In Genk hebben ze een schans nagebootst op Worldcup niveau en land je op een airbag. Daar kan ik alle trucjes doen die ik wil zonder een harde landing te maken, wat ideaal is om nieuwe trucjes te leren.”
Je hebt het over boardgevoel. Is die 1 á 2 keer niet te weinig?
“In de winterperiode is dit boardgevoel het belangrijkst, aangezien dan alle wedstrijden zijn. Ik sta dan elke dag op een snowboard, dus dat zit dan wel goed. Alleen die overgang van 1 tot 2 keer, naar elke dag op een board vergt wat aanpassingstijd. Ik probeer dan gewoon zo snel mogelijk veel meters te maken en dan zit ik er na een weekje meestal al wel weer lekker in.”
Fuck! Eigenlijk had ik nu in de bergen willen zijn.
Ik kan me voorstellen dat het frustrerend kan zijn niet elke dag op je board te kunnen staan.
“Ja! Ideaal gezien zou je in de Alpen willen wonen zodat je binnen een kwartiertje op de piste staat. Soms heb ik super veel zin om te gaan snowboarden en denk ik van: fuck, ik moet nu eigenlijk in de bergen zijn! Maar in het verleden heb ik er niet zodanig last van gehad dat ik me niet goed genoeg heb kunnen ontwikkelen. Er is vanuit de bond een programma geleverd zodat ik genoeg meters heb kunnen maken. Daarnaast denk ik ook dat het goed is dat je soms je rust neemt en kan nadenken over hoe je je gaat verbeteren.”
Zie jij de zomerperiode dan ook als rustperiode?
“Jazeker. De winterperiode is natuurlijk erg hectisch. Van eind september tot april zijn we continu op stap, in totaal ben ik dan hoogstens 4 weken thuis. Het is afhankelijk van waar de wedstrijden zijn, maar die trainingskampen zijn van de Alpen tot in de VS en Canada. Dan zorgt de zomer voor wat tijd om te resetten en begin je langzaamaan te werken naar het volgende seizoen. Maar ik moet zeggen dat ik er aan het eind van de zomer wel echt klaar mee ben!”
Je staat twee weken voor het nieuwe winterseizoen. Wat ben je nu van plan?
“Er staan twee grote trainingskampen voor de boeg. Ik ga naar Saas Fee in Zwitserland en Stubai in Oostenrijk. Ik voel me goed en ik heb zin om toe te werken naar het WK in Georgië eind februari volgend jaar.”